Hondenkar
Identificatie |
Objectnummer | V1969-1956 |
Herkomst | Keerbergen |
Bouwperiode | 1880 - 1930 |
Locatie van bewaring | Karrenmuseum |
Typologering |
Objectcategorie 1 | karren |
Objectcategorie 2 | 2-wielige voertuigen |
Objectnaam | hondenkar |
Titel | Hondenkar |
Afmetingen |
Bruto lengte | 207 cm |
Bruto breedte | 100 cm |
Bruto hoogte | 75 cm |
Spoorbreedte | 90 cm |
Beschrijving |
Vering | Nee |
Rem | Nee |
Opbouw | Getrokken, tweewielig (10 spaken, 5 velgen) ongeveerd voertuig. Een onderstel met een ijzeren as. Berriestel (2 berriebomen, 4 scheien) vast verbonden met inspan. Een bak met 2 vaste gesloten zijleren en een afneembaar achterbord. Open voorzijde met schee. De kleurstelling van deze kar is groen met rode wielen. |
Beschrijving | Een hondenkar is een kleine, tweewielige kar met laadbak aangepast om door een (trek)hond getrokken te worden. De hondenkar werd gebruikt voor zowel het transport van goederen als voor personenvervoer.
In de negentiende eeuw en tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw kwamen hondenkarren bijna overal in West – en Centraal Europa voor. De hondenkar was voornamelijk populair voor allerhande plaatselijk bestelverkeer en straathandel. Allerhande handelaars zoals bakkers, imkers, kruideniers, visventers, maar ook petroleumventers en besteldiensten zoals de posterijen maakten vaak gebruik van de hondenkar. Ook op de boerderij werd dit voertuig gebruikt voor het gemak van de kleine boer. Hondenkarren van boeren en melkventers werden doorgaans door slechts één hond getrokken. Andere venters of besteldiensten maakten veelal gebruik van een twee- of driespan. Bij een handkar werd de hond soms tussen de wielen ingespannen om mee te trekken.
In de jaren 1930-1940 werd de hondenkar langzamerhand vervangen door een transportfiets of door een ijzeren kar op luchtbanden die gemakkelijk aan een fiets vastgemaakt kon worden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd in België het gebruik van trekhonden gereglementeerd om uiteindelijk in 1975 definitief bij wet verboden te worden.
Deze hondenkar werd dankzij het televisieprogramma ‘Spelevaren’ aan de privéverzameling van Tireliren toegevoegd. Op 4 maart 1967 zakte Tireliren naar Ieper af om zijn hartenwens ‘hondenkar’ aan het publiek kenbaar te maken. Dit leverde hem vijf hondenkarren op, die hij op 16 maart verspreid in Vlaanderen ging ophalen. Deze hondenkar was eigendom van August Verleyen uit Huise. De grootmoeder van August vertelde aan Tireliren dat zij, toen ze 10 jaar oud was, met haar vader en deze hondenkar mosselen en vis ventte. |